Tuinbonen

Met deze zomergroente kan iedereen letterlijk zijn eigen boontjes doppen. Tuinbonen zijn de zaden van een vrij grote, viltachtige peul. Er zitten 2 tot 5 zaden in een peul. Jonge, niet te grote zaden zijn met hun zachte, volle smaak het lekkerst . Tuinbonen worden ook wel 'dikke duimen' of, in Brabant 'boeren boxen' genoemd. Nederlanders weten sinds de 15e eeuw dat verse, jonge tuinboontjes niet te versmaden zijn. Ze zijn ook gezond, want ze bevatten, als je ze niet te lang kookt, een hoog gehalte aan vitamine B en C.

Voor 2 personen heb je ongeveer 1-1,5 kg tuinbonen nodig. Vind je dat te veel werk voor je dagelijkse portie groenten, combineer de tuinboon dan met ui en tomaat.

In de koelkast kun je tuin bonen wel een week bewaren.

Wat kan ik met tuinbonen?

• Geblancheerd met mosterd- of tomatensaus.
• Met fijngehakt, vers bonenkruid.
• Met blokjes ham en ui.
• In een salade met komkommer en kipreepjes.
• In rauwkostsalades.
• Door de pasta met tomatensaus en verse geitenkaas of mozzarella.

Zet je duimen op de bolle kant van de peul, druk deze open en haal de bonen eruit. Zet de bonen op in ruim water met een scheut (halfvolle) melk om de bonen blank te houden. Je kunt na het koken de bonen nogmaals doppen, door het stugge velletje te verwijderen, krijg je mooie helgroene boontjes.

Bereidingstijden van tuinbonen:

• Koken: 5 -10 minuten
• Magnetron: 5 - 8 minuten
• Smoren: 10 - 15 minuten
• Stomen: 10 - 15 minuten