Bosui
Verse bos bosuien
De bosui dankt zijn naam aan de manier waarop ze worden verkocht: in bosjes. Ze worden ook wel lente-uitjes of stengeluitjes genoemd. De smaak is zacht en doet een beetje aan prei denken. Rauw en in ringetjes gesneden past bosui prima in bijvoorbeeld salades of soepen. Maar rauwe bosuitjes zijn ook heel smakelijk in rauwkost, gestoofde groenten, op een volkorenboterham met 30+ kaas of in een omelet. Meegestoofd geven bosuitjes een gerecht een lichte uiensmaak. Stoof of bak ze wél kort, want anders gaat de lekkere smaak verloren. Gestoofde bosui smaakt lekker in voorjaarsgroenten, eiergerechten en bij lichte vleessoorten, zoals kalfsvlees, kip en vis. Bosui wordt ook veel gebruikt in Aziatische gerechten, zoals noedelsoep of curryschotels. Je kunt bosui zelfs als groente serveren: snijd de uitjes dan in stukjes van ca. 5 cm en stoof deze in 3 tot 4 minuten in wat vloeibare margarine gaar. Daarna besprenkel je ze met een klein beetje sojasaus.
Bosuitjes zijn klein, maar tellen tóch mee voor je dagelijkse portie groente van 250 gram!
Bewaar bosuien op een koele (12-15ºC), donkere en droge plaats buiten de koelkast. Zo blijft bosui ongeveereen week goed.
Wat kan ik met bosui?
- In rauwkostsalades.
- In Aziatische (wok)gerechten met bijvoorbeeld rode peper en taugé.
- Als garnering bij soepen.
- Kort meegestoofd met lichte vleessoorten zoals kalfsvlees en kip.
Snijd de bodem eraf. Haal ook het allerlaatste deel van het groen en de buitenste vergeelde delen weg. Was de uitjes daarna en snijd ze in kleine ringen.