Rode Pepers
Een redelijk heet pepertje.
Pepers (ook wel Spaanse pepers of chilipepers genoemd) zijn familie van de paprika. Het zijn pikante smaakmakers, die niet alleen scherp smaken maar ook zorgen voor een lekker aroma. De scherpte komt door het stofje capsaïcine dat vooral in de zaadjes, maar ook in het vruchtvlees zit. De hoeveelheid capsaïcine verschilt per pepersoort. Over het algemeen geldt hoe kleiner de peper, hoe scherper. En hoe rijper (rood of geel) hoe milder van smaak. Kleine groene pepertjes zijn dus het scherpst. Er zijn veel verschillende soorten pepers te koop. De meeste bekende zijn de rode en groene Spaanse pepers. Deze lange slanke pepers zijn ongeveer 5-6 cm lang. De rode is iets zoeter van smaak dan de groene. De Madam Jeanette ziet er uit als een minipaprikaatje en is behoorlijk pittig. De peper met de meeste pit is echter de rawits, dit slanke pepertje van ca 2-3 cm is er in rood en groen.
Van pepers eet je geen bergen, maar als je groentegerechten pittig op smaak brengt met pepers worden ze wel extra lekker. Dat is goed voor je dagelijkse portie groenten!
Verse pepers zijn op een koele plek (ca. 12-15ºC) nog 2-4 dagen goed houdbaar. Gedroogde pepers kun je maandenlang bewaren.
Wat kan ik met pepers?
- In pittige roerbakgerechten.
- In nasi of bami.
- In Indiase curry’s of Indonesische stoofschotels.
- Bij Mexicaanse gerechten zoals wraps en chili con carne.
- In Thaise gerechten, zoals soep met kokos.
- Fijngesneden in pittige salsa’s.
Was de pepers en verwijder het steeltje. Als je de peper eerst in de lengte opensnijdt en de zaadjes verwijderd, ben je een groot gedeelte van de scherpte kwijt. Let op met het snijden van pepers! De capsaïcine lost niet in water op en blijft op je handen zitten. Capsaïcine irriteert de ogen en slijmvliezen. Gebruik van handschoenen en een open keukenraampje bij het koken met pepers is daarom aan te raden. En, wrijf na het snijden van een pepertje niet in je ogen!