Champignons

Champignons zijn paddenstoelen met een ronde witte hoed en een vrij neutrale smaak. De meest bekende eetbare paddenstoel is de witte champignon. Naast deze champignon zijn ook de kastanje-, reuzen-, grotchampignon en akkerpaddenstoel, portobello en amandelpaddenstoel in de winkels te vinden. De witte champignon is er in drie maten: de reuzen-, de middelgrote en de fijne champignon. De witte champignon wordt het hele jaar door in ons eigen land geteeld. Dat gebeurt in speciale ruimten waar met de juiste temperatuur en luchtvochtigheid een optimaal klimaat wordt gecreëerd. Omdat de champignon voor haar groei geen daglicht nodig heeft en de Nederlandse paddenstoelkweker de ideale groeiomstandigheden schept, is de champignon het hele jaar door verkrijgbaar.

Boordevol mineralen bouw je zo stevig aan je dagelijkse portie groenten! Reken 200 gram paddenstoelen per persoon voor 100 gram groenten.

Champignons zijn eetbare paddenstoelen en zijn de vrucht van een schimmel. Er zijn verschillende soorten champignons. De champignon groeit in het donker, hierdoor behoudt hij zijn witte kleur.

Nederland telt zo'n 140 champignontelers en is daarmee de grootste champignonproducent van Europa. De productie in ons land is momenteel goed voor 300 miljoen kilo champignons per jaar. In de compost wordt de champignonschimmel geënt. Hier bovenop komt een laag van circa 5 centimeter dekaarde. Zo groeit een champignon iedere dag zijn eigen grootte!

Gebruik champignons het liefst zo vers mogelijk. Bewaren kan in de koelkast. Ze behouden hun kwaliteit het best bij een temperatuur tussen de 4° en 7°C. Ze zijn dan 4 tot 5 dagen houdbaar. Het beste is om de champignons in de verpakking te laten, waarin ze verpakt zijn. Als ze los zijn, doe ze dan niet in een gesloten plastic zak. Dit verstikt de champignons, waardoor ze vochtig en lelijk worden. Champignons moeten ‘ademen’, in een papieren zak of een droge theedoek kan wel. Bewaar champignons niet bij sterk ruikende groenten, zoals prei en ui. Champignons nemen namelijk makkelijk geurtjes over. Bewaar ze ook niet bij fruit, want dan zullen de champignons sneller achteruit gaan.

Wat kan ik met champignons?

• Roerbakken met knoflook en peterselie als een snel voorgerecht.
• Verwerken in volkorenlasagne of een gerecht met volkorenpasta.
• Rauw of geblancheerd verwerken in een salade met hardgekookt ei en tomaat.
• Toevoegen aan bouillon voor een heerlijke soep.
• Serveren met gesmolten oude 30+ kaas of verse geitenkaas.
• Verwerken in een omelet.

Veeg ze schoon met een keukenpapiertje of champignonborsteltje. Doe dit pas vlak voor bereiding. Je maakt champignons trouwens droog schoon, want als je ze in water legt, dan zuigen ze zich vol. Dat water laten ze bij het bereiden weer los en daarmee gaat wat van de smaak verloren. Waar let ik op bij het bereiden van champignons? Snijd altijd een stukje van de onderkant van het steeltje en snijd de champignon daarna in plakjes. Kleine exemplaren kun je ook heel laten. Grotere exemplaren snijd je in plakjes of in vieren. Restjes aarde of mos schraap je weg met een scherp mesje.

Bereidingstijden van champignons:

• Koken: 5 - 7 minuten
• Roerbakken: 2 - 4 minuten
• Magnetron: 2 - 3 minuten
• Frituren: 2 - 4 minuten
• Grillen: 2 - 4 minuten
• Smoren: ca. 10 minuten
• Stomen: ca. 6 minuten