Mangistan

Een mangistan (ook wel mangosteen genoemd) wordt ook wel de koningin der vruchten genoemd. Het is een bes die zo groot is als een kleine mandarijn. Rond de steel zitten meestal 4 dikke blaadjes. Aan de onderzijde zitten nog 4 of 8 meegegroeide stempeldelen. De paarsbruine schil is leerachtig en wel 1 cm dik. Binnenin is de vrucht verdeeld in 4 of 8 parten (dat kun je zien aan de hoeveelheid meegegroeide stempeldelen). In Indonesië brengen vruchten met 4 stempeldelen geluk, net zoals bij ons het klavertje vier. Het vruchtvlees is glazig wit van kleur en stroperig. Elk partje bevat 1 of 2 pitten. De smaak is friszoet en het aroma doet denken aan dat van druiven of perziken. Het tropische vruchtvlees van de mangistan smelt als het ware op de tong.

Als je de kans krijgt om deze koningin onder de vruchten te eten, doen! Een mangistan telt als 1 portie fruit, dat is de helft van de aanbevolen hoeveelheid fruit.

Een mangsitan is een week houdbaar. Het vruchtvlees van een bedorven exemplaar wordt bruin en waterig.

Wat kan ik met mangistan?

• In combinatie met sorbetijs en slagroom.
• Als garnering op gebak.
• Zo uit de hand, lekker met wat limoensap.
• In een salade van kropsla met gember en hazelnoten.

Door het transport wordt de schil harder. Gebruik daarom een scherp kartelmes om de schil rondom in te snijden. Verwijder het bovenste kapje van de schil en haal het vruchtvlees eruit. Koel het schoongemaakte vruchtvlees voor gebruik voor een optimale smaak.