Citroenen
Het zuurtje dat in geen huis mag ontbreken.
Citroen is een citrusvrucht en familie van de sinaasappel. Citroenen komen van oorsprong uit de moessongebieden in Zuidoost-Azië, waar ze al meer dan 4000 jaar worden gekweekt. Ook het gebied rond de Middellandse Zee heeft een perfect klimaat voor citrusvruchten. Een citroen is voor de meeste mensen te zuur om zo uit de hand te eten. Het sap geeft gerechten, dranken en sauzen een frisse smaak. Bovendien kan het sap verkleuring van bijvoorbeeld banaan, appel en avocado voorkomen. De schil is bijzonder aromatisch en kun je daarom heel goed fijngeraspt toevoegen aan deeg voor gebak en cake. Het sappige, lichtgele zure vruchtvlees versterkt de smaak van ander voedsel en activeert en verfrist de smaakpapillen.
Een vleugje citroenschil of een stukje citroen in je thee is een klein, maar goed begin van je dagelijkse portie fruit en bovendien een streling voor je smaakpapillen!
Bewaar citroenen bij voorkeur buiten de koelkast, op een koele plaats (12-15°C) of op de fruitschaal. Na de pluk rijpen ze niet meer en blijven ze 1 tot wel 2 weken goed.
Van de citroen kan zowel het vruchtvlees, het sap, als de schil gebruikt worden. Boen de citroenschil voor gebruik wel goed schoon onder stromend water. En rasp alleen het dunne buitenste gele schilletje van de citroen, want het onderliggende witte deel van de schil is bitter.
Datasheet
- herkomst
- Spanje
- klasse
- 1
- formaat
- normaal
- bewaar advies
- koelkast