Alfalfa

Alfalfa is de Nederlandse naam van de spruitgroente Luzerne. De naam Al-fal-fa komt uit het Arabisch en betekent ‘vader van alle voedsel’ of het ‘beste voedsel’. De groente lijkt wel een soort mini-taugé, maar dat is het niet. Alfalfa zijn de kiemen van de zaadjes van luzerneklaver, terwijl taugé afkomstig is van mungboontjes (oftewel kadjang idjoe). Alfalfa is opvallend rijk aan calcium. Daarbij is het een heerlijk frisse groente, waarvan een klein rauw plukje aan 1001 gerechten nét even iets extra’s toevoegt.

Van alfalfa eet je geen bergen, maar voor kiemen geldt wel: klein maar fijn. Omdat alfalfa zo rijk is aan mineralen en vitamines, is het toch een bescheiden bijdrage aan jouw algemene dagelijkse hoeveelheid groenten!

In de groentelade van de koelkast (in de verpakking, na gebruik van een gedeelte de rest weer afdekken met de folie) is alfalfa 2 tot 3 dagen houdbaar.

Wat kan ik met alfalfa?

• Overal waar je sla, paddenstoelen, paprika, komkommer, prei, ijsbergsla bij gebruikt.
• In een salade met frisée, tonijn en ei.
• In een salade met gebakken oesterzwammen en lente-ui.
• Tussen een volkorenclubsandwich met kip, mango en kerriesaus.
• Op een sandwich met 30+ kaas en tomaat.
• Op een volkorenbroodje eiersalade.
• Bij carpaccio met Oosterse ketjapdressing.

Alfalfa kun je toevoegen aan een warm gerecht. Voeg hem aan het eind van de bereiding toe en laat het wel even goed opwarmen. Alfalfa is ook rauw eetbaar. Er bestaat wel een risico dat rauwe alfalfa (net als taugé) besmet is met verschillende bacteriën zoals salmonella of E. coli. Het is daarom wenselijk om alfalfa voor gebruik goed te wassen en in ieder geval even snel te dompelen in heet water. Vooral kleine kinderen, ouderen en mensen met verminderende weerstand moeten hier op letten.